De oplossing voor dit probleem? Robuust ventileren. In dit artikel lees je waarom het goed is om debieten te verhogen en welke waarden je het best hanteert.
Waarom zou je robuust ventileren?
Ondanks het feit dat ventilatie wordt gewaarborgd in de wet- en regelgeving (Bouwbesluit), worden woningen onvoldoende geventileerd. Organisaties als woningbouwcorporaties proberen dit vaak op te lossen door aandacht te besteden aan het verhogen van de ventilatiedebieten van stand 2 en 3. Zo laten ze deze bij het inregelen van het ventilatiesysteem soms wel verhogen tot twee keer het advies uit het Bouwbesluit. Helaas blijkt deze oplossing in de praktijk niet te leiden tot een gezonder binnenklimaat. De reden hiervoor is dat de standen 2 en 3, waarbij er meer geventileerd wordt, in de praktijk nauwelijks worden gebruikt.
Jerôme Corba, Technisch Adviseur bij Zehnder: “Om het binnenklimaat in de woningen te verbeteren, adviseer ik een robuuste inregeling van het ventilatiesysteem. Dit betekent dat de debieten in stand 1 fors worden verhoogd. Hierdoor zal de lucht in de woning alsnog voldoende ververst worden.”
Wat te doen bij handbediende installaties?
Kan het ventilatiesysteem met de hand worden bediend door de bewoners? Dan kun je voorspellen dat deze vrijwel altijd op stand 1 zal staan. Daarom is het raadzaam om het debiet van deze lage stand fors te verhogen.
De waarde die stand 1 moet krijgen is afhankelijk van de bezetting in de verblijfsruimte (aantal personen). Vanuit Zehnder wordt 0,5/0,6 l/s per m² geadviseerd. Dit komt neer op ongeveer 50/60% van het Bouwbesluit, wat 0,9 l/s per m² in stand 3 voorschrijft. Ter vergelijking: wanneer er niet robuust geventileerd wordt, wordt bij stand 1 slechts 0,15 l/s per m² geventileerd.
Ventileer slaapkamers extra door minimaal 14 l/s te ventileren i.p.v. de standaard 0,9 l/s per m².
Wat te doen bij vraaggestuurde installaties?
Wordt het ventilatiesysteem aangestuurd met behulp van sensoren die aanwezig en/of het CO2-gehalte meten? Dan moet er onderscheid worden gemaakt tussen twee systemen:
- Systemen die alleen in de woonkamer of keuken monitoren;
- Systemen met meerdere sensoren
Systeem met één sensor in de woonkamer of keuken
Het eerstgenoemde systeem is in overeenstemming met de NTA 8800 (BENG) en slaat onder andere op het veel toegepaste “C4a en D3 systeem”. Dit zijn ventilatiesystemen met één sensor in de woonkamer of keuken en geen sensoren in de slaapkamer(s).
In de nachtelijke uren is voldoende ventilatie in de slaapkamer kritisch. Het monitoren van één verblijfsruimte (woonkamer) is in zo’n geval niet voldoende om een gezond klimaat in de gehele woning te kunnen garanderen. De sensor in de woonkamer zal namelijk niet het signaal geven dat er extra geventileerd dient te worden. Het gevolg: de ventilatie blijft op stand 1 draaien en er is onvoldoende verse lucht in de slaapkamer. Wil je toch een systeem toepassen met slechts één sensor? Volg dan hetzelfde advies als voor de handbediende installaties: verhoog de debieten voor stand 1.
Systeem met meerdere sensoren
Een betrouwbare manier om de luchtkwaliteit te waarborgen, is het “C4c systeem”. Hierbij worden alle verblijfruimtes gemonitord door sensoren. Het ventilatiesysteem zal automatisch naar een hogere stand gaan -en dus meer ventileren- wanneer er personen en/of een hoog CO2-gehalte worden gedetecteerd.Hierdoor is het standaard “afwezigheidsdebiet” voor stand 1 prima aangezien de luchtkwaliteit wordt geborgd door de betrouwbare metingen. Bij dergelijke systemen kan energie worden bespaard met de “afwezigheidsdebiet” voor stand 1, zonder daarbij de gezondheid van het binnenklimaat in gevaar te brengen.
Hetzelfde geldt voor woningen met systemen die zowel de woonkamer als de hoofdslaapkamer monitoren. Hierbij moet er wel worden opgelet dat de bewoners daadwerkelijk slapen in de kamer die door de ontwikkelaar is gemarkeerd als ‘hoofdslaapkamer’.
Dit artikel is gesponsord door Zehnder Group Nederland B.V.