“Toen ik in 2010 op de Bouwbeurs rondliep, had ik eigenlijk het idee om een prefab Duits huis te kopen, maar toen kwam ik een stel strobouwers tegen. Zij lieten me zien dat je ook anders kon bouwen met strobalen. Ik heb daarna nog een jaar onderzoek gedaan en toen besloot ik om het gewoon te doen.” Aan het woord is Ronald Salters die in 2012 begon met de bouw van een strobalen woning in het Brabantse Cuijk. Voor het verwarmen van de woning gebruikt hij sinds de oplevering een houtvergasser.
“Daarmee kan ik de woning makkelijk van warmte en warm water voorzien. Het is een enorm efficiënte manier van verbranden waarmee ik tot 92 procent rendement kan halen. In het najaar hoef ik bovendien maar een keer in de twee dagen te stoken om de woning op temperatuur te krijgen. In de winter stijgt dit als het vriest naar elke dag. Dat komt ook omdat mijn woning door de uitstekende isolatie van de dikke muren en het driedubbele glas heel langzaam afkoelt. Als ik een week op wintersport ben geweest, is mijn woning altijd nog 14 graden.”
Keuze warmtepomp
Maar omdat hij wat ouder wordt en ook wat meer comfort wenst, besloot Salters vorig jaar om op zoek te gaan naar een geschikte warmtepomp. “In de winter moet ik elke dag met hout slepen en eigenlijk elke dag de kachel schoonmaken. Toen ik hier net kwam wonen, leek me dat niet zo’n probleem, maar ik word een dagje ouder. Ook merk ik dat er meer maatschappelijk verzet komt tegen het stoken van hout, niet dat ik het daar altijd mee eens ben, maar toch. Je wilt je buren ook graag te vriend houden.”
Toen zijn keuze voor de warmtepomp was gemaakt, moest hij alsnog op zoek naar de juiste techniek. “Ik heb eerst gekeken naar een bodemwarmtepomp, maar mijn huis staat er al dus ik kan niet meer onder de woning boren en ik wil ook niet de oprit opbreken. Daarbij kost alleen het maken van de bron me al ongeveer 10.000 euro. Toen ben ik al snel verder gaan kijken naar luchtwaterwarmtepompen, want die komen qua rendement al aardig in de buurt van bodemwarmtepompen.”
Monoblock of split-unit?
Maar ook bij de luchtwaterwarmtepompen merkte Salters al vrij snel dat er eigenlijk twee stromingen waren. “De cv-monteurs hebben een sterke voorkeur voor de monoblocks, terwijl de airco-monteurs meer zien in de split-units. Dat heeft met de F-gas certificering te maken. Bij monoblocks zit al het koudemiddel in een gesloten circuit buiten, hierdoor kan er zonder F-gas certificering aan gewerkt worden.”
Salters koos voor een split-unit, omdat die volgens experts op dit gebied een beter rendement heeft. “Ook zijn de leidingen die vanuit de monoblocks naar binnengebracht moeten worden, voorzien van isolatie ter voorkoming van het bevriezen van het cv-water en daarmee tot wel 10 centimeter dik. Ze moeten bovendien relatief dicht bij de woning staan om zo veel mogelijk verliezen te voorkomen. Daar wilde ik voor mijn woning niet aan. Een ander nadeel is dat als je een stroomstoring hebt, je met min 10 naar buiten moet om aan de monoblock te werken.”
Een split-unit installatie was voor het aardehuis dus de beste optie. “De nieuwste generatie Mitsubishi Electric Ecodan warmtepomp met laag GWP koudemiddel R32, heeft de nieuwste technologie en is voor mijn situatie de beste oplossing.”
Uitdaging
Hoe de installatie bevalt, is nog moeilijk te zeggen, omdat de luchtwarmtepomp pas zeer recentelijk is geïnstalleerd en nog geen stookseizoen heeft gedraaid. “Het systeem moet op het moment nog worden ingeregeld.” De zoektocht naar een goede installateur was volgens Salters zeer complex.
“Toen ik had besloten om dit te gaan doen, heb ik eerst meerdere bedrijven benaderd. Die reageerden vervolgens heel lang niet of nauwelijks. Daarna heb ik via Alklima, omdat ik toch wist dat ik een Mitsubishi warmtepomp wilde, een aantal bedrijven rechtstreeks benaderd, maar ook daarvan hadden heel veel bedrijven geen tijd. Uiteindelijk ben ik bij Ideal Air Airconditioning & Warmtepompen uit Nijmegen uitgekomen. Dit bedrijf heeft de uitdaging aangenomen.”
Vervolgens moest de bestaande installatie nog worden aangepast en ook dat had nogal wat voeten in aarde, vertelt Salters. “Uiteindelijk heb ik met vijf verschillende partijen te maken gehad om alles voor elkaar te krijgen. Dat maakt het soms wel lastig. Het is dat ik een volhouder ben en graag de beste oplossing wil. Eigenlijk blijkt dat het gemiddelde Nederlandse installatiebedrijf niet het niveau heeft om dit soort complexe en milieuvriendelijke installaties te kunnen maken. Alklima en Ideal Air hebben me uiteindelijk gered. Van beide bedrijven heb ik echt superservice gekregen.”
Dit artikel is gesponsord door Alklima/Mitsubishi Electric