In het Belgische Olsene rustte installatiebedrijf Warco drie nieuwe eengezinswoningen uit met een C+ ventilatiesysteem van Renson. Daarbij maakte het steevast gebruik van de Easyflex leidingen. Easyflex is een flexibel luchtkanaal uit PE kunststof met een buitendiameter van 140 x 64 mm en een equivalente binnendiameter van 90 mm. De gladde binnenwand van het dubbelwandige luchtkanaal is uitgerust met antistatische en antibacteriële additieven om ophoping van stof en het uitbreken van bacteriehaarden te voorkomen.
Dankzij de grote dimensionering wordt een debiet van 57 m³/u gehaald bij een ontwerpsnelheid van 2,5 m/s. Een dergelijk hoog debiet bij een lage luchtsnelheid zorgt ervoor dat de geluidsproductie over het hele systeem sterk daalt.
Het Easyflex luchtkanaal heeft zo zijn voordelen, volgens ventilatieverslaggever Steven Desmet van Warco. “Door de beperkte hoogte van het luchtkanaal konden we de kanalen makkelijk inwerken, zowel in de ondervloer als tussen de kepers. In projecten zijn we immers vaak de eerste technicus die langskomt, omdat onze leidingen de grootste zijn. Vervolgens komen de loodgieters, gevolgd door de E-installateurs. Zij kunnen flexibeler met hun leidingen omspringen.”
Healthbox 3.0 met internetconnectie
In de drie Olsense woningen installeerde Warco de zogenaamde Healthbox 3.0 ventilatie-unit. Die maakt deel uit van het C+-systeem van Renson. Daarbij wordt de verse lucht toegevoerd in de droge ruimtes via discrete Invisivent raamventilatieroosters. De vervuilde lucht wordt afgevoerd via de ventilatie-unit. De ingebouwde centrale sensoren monitoren continu de CO2 of het vochtgehalte en/of de VOC (volatile organic components of geurtjes). Zolang de luchtkwaliteit in een ruimte goed is, wordt het ventilatieniveau niet verhoogd.
Aangezien Healthbox 3.0 een connected apparaat is, kan de eindgebruiker de werking op zijn smartphone monitoren via een gebruikersapp. Met diezelfde app kan de gebruiker kamerprofielen instellen en een overzicht van het ventilatiesysteem en de binnenluchtkwaliteit oproepen. “Om die appbediening mogelijk te maken is de Healthbox 3.0 aangesloten op het netwerk via een ethernetkabel, of de verbinding wordt tot stand gebracht via een router”, aldus Desmet.
“De installateur beschikt dankzij de dongle bij de ventilatie-unit wel over een mininetwerk met rechtstreekse verbinding (want vaak is bij inregeling nog geen internetaansluiting geregeld), louter met het oog op de inregeling van het ventilatiesysteem via zijn aparte installateursapp.”
Nauwelijks hoorbaar
Maar ook voor de installateur heeft de Healthbox 3.0 zijn voordelen, volgens Desmet. “Qua geluidsniveau scoort dit systeem zeer goed. Zelfs op volle kracht is de ventilator nauwelijks hoorbaar. Dat is een merkbaar verschil met de 2.0 versie van dit apparaat. Maar het is op veel vlakken beter geworden: het apparaat is krachtiger, de inregeling gaat veel eenvoudiger via de installateursapp en via T-stukken kunnen er meerdere leidingen worden aangesloten op de beschikbare ingangen van het apparaat, rekening houdend met het totale beschikbare debiet.”
“Per ingang op de motor kunnen tot drie ingangen via dergelijke collectorstukken worden aangesloten. Dat is geen overbodige luxe wanneer je een ventilatiesysteem moet plaatsen in huizen met verschillende slaapkamers. Het apparaat is met zijn 475 m³ debiet krachtig genoeg om dat aan te kunnen.”
Eenvoudige inregeling
“In principe zal het op termijn ook mogelijk zijn om foutmeldingen te ontvangen, maar nu is dat nog toekomstmuziek”, weet Desmet. “Een van de grote voordelen van de internetconnectiviteit van de ventilatie-unit is dat updates volledig automatisch kunnen gebeuren. Vroeger kwam je als technicus met je laptop ter plaatse en moest je ter plaatse verbinden met het toestel. Dat is nu allemaal verleden tijd.”
“Ook de installatie is nu veel eenvoudiger, dankzij de installatie-app die ons doorheen de volledige inregeling leidt. De configuratie, zoals drukval of ingesteld debiet, worden gevisualiseerd. Ook het instellen en bijstellen van de debieten gebeurt via de app. Het manueel instellen van dipswitches behoort daarmee tot het verleden. De app synchroniseert elke installatie na kalibratie met de Lio Webportal. Via dat online platform kunnen wij al onze installaties overzichtelijk beheren en opvolgen.”
“App en webportal samen leveren ons dan ook heel wat tijdswinst op want na kalibratie worden automatisch de nodige documenten voor de EPB-aanvraag opgemaakt in de My Lio Webportal. Die documenten blijven er bewaard en beschikbaar. De status van de administratie is in één oogopslag duidelijk. Dat scheelt een hoop papierwerk.”
Dit artikel is gesponsord door Renson.