Bakstenen: ons land is bijna niet voor te stellen zonder. Zowel gevelbakstenen als straatbakstenen zie je overal. Maar het proces van klei tot steen vraagt nogal wat energie. De traditionele steenovens en droogkamers stootten veel CO2 uit. Om in 2050 CO2-neutraal te kunnen produceren, wilde Wienerberger de energie-efficiëntie van het productieproces verbeteren.
Gasloze droogkamers
Voordat de gevormde klei-stenen gebakken kunnen worden, moeten ze eerst voldoende droog zijn. Zouden de kleistenen zonder drogen gelijk de oven in gaan, dan zou het uitzettende water de klei laten scheuren of barsten. Het drogen gebeurt in droogkamers. Tot voor kort werden de droogkamers ook in de fabriek in Opheusden met behulp van aardgas verwarmd. Sinds kort zorgt daar een warmtepomp voor water van 90 °C, waarmee de droogkamers de juiste temperatuur krijgen om de klei te drogen. Hiervoor ontwierp Erik Boot, hoofd nieuwe procestechnologie van Wienerberger, een heel nieuw proces.
Hergebruik van waterdamp
De installatie voert warme droge lucht in de droogkamers aan. Bij het drogen van de klei in de droogkamers komt waterdamp vrij. De klei bevat ongeveer 30 % vocht aan het begin van het droogproces in de droogkamer. Bij een temperatuur van 40 tot 80 graden Celsius zweet dat vocht langzaam uit de stenen. De iets afgekoelde en nu vochtige lucht dient als bron voor de warmtepomp.
Compressiewarmtepomp
Wienerberger kwam uit bij een compressiewarmtepompsysteem van Sabroe. Een absorptiewarmtepomp leek voor de twaalf aparte droogkamers in Opheusden minder geschikt. Bij een tunneldroger, waar de warmtepomp maar één bron van afvalwarmte heeft, zou een absorptiewarmtepomp wel kunnen werken. Maar de twaalf afzonderlijke ‘bronnen’ van de twaalf droogkamers maakten het inregelen daarvan te lastig.
Hart met zestien cilinders
Het hart van de nieuwe installatie is de Sabroe HeatPAC716 warmtepomp. Deze heeft een 16 cilinder zuigercompressor met een verwarmingsvermogen van 1385 kW. Deze compressiewarmtepomp gebruikt de teruggewonnen warmte uit de afgevoerde lucht om water van 90 °C te maken. Daarmee verhit de installatie de droge lucht voor de droogkamers.
Deze unieke installatie is een pilot voor de overige vestigingen van Wienerberger. De engineering en installatie was in handen van Bort De Graaf koel- en klimaattechniek. Zowel Bort De Graaf als Wienerberger zijn het erover eens dat energietransitie-projecten zoals nu in Opheusden vragen om een multidisciplinaire benadering. Ze benadrukken dat de samenwerking tussen installatiebedrijf, eindgebruiker en een leverancier als Sabroe uiteindelijk bepalend is voor het behalen van de duurzaamheidsdoelstellingen.