Bijna de helft (44%) van het Nederlands energiegebruik is nodig voor het genereren van warmte. Daarom is het belangrijk kritisch te kijken naar de rendementsverschillen van verwarmingsoplossingen, zowel bij de aanschaf als tijdens het gebruik. Systemen die rechtstreeks door gas of elektriciteit worden verwarmd, zoals een kachel en de meeste cv-installaties, geven in een ideale situatie dezelfde warmte weer af. Hun rendement is daardoor maximaal 100%.
Bij warmtepompen zijn rendementen van 400 tot zelfs 500% haalbaar. Dit hoge rendement is mogelijk doordat heel veel warmte ‘gratis’ uit de omgeving wordt gehaald en je dus 4 tot 5 keer zoveel warmte in je woning krijgt als de elektrische energie die de compressor van de warmtepomp gebruikt.
Effectieve oplossingen
Omdat warmtepompen met kleinere temperatuurverschillen werken dan gasgestookte cv-ketels, is er zowel een groter afgifteoppervlak als waterdebiet nodig. Bijvoorbeeld via vloerverwarming, in plaats van via gewone radiatoren. Tegenvallende rendementen van warmtepompen zijn meestal het resultaat van een verkeerd advies, of ontbrekende kennis en ervaring met de toepassing ervan. Zoals bij de traditionele cv- en koelinstallaties kunnen echter ook bij warmtepompen lucht en vuil in het systeem na verloop van tijd het rendement flink verlagen. Gelukkig zijn er bewezen effectieve oplossingen om dat soort verliezen te voorkomen.
Rendementsverliezen door lucht en vuil voorkomen
Lucht en vuil zijn altijd al onopvallende, maar in de praktijk vaak voorkomende veroorzakers van rendementsverliezen in verwarming- en koelinstallaties. Hun invloed is groter bij installaties die op basis van een lagere temperatuur werken om energie te besparen, zoals warmtepompen. Verder zijn vloerverwarmingssystemen gevoeliger voor lucht- en vuilophoping dan radiatoren. Zonder zich daarvan bewust te zijn, compenseren mensen en bedrijven die rendementsverliezen met een hogere energierekening.
De negatieve invloed van lucht en vuilophoping op het rendement van installaties is uitvoerig getest en visueel vastgelegd met infraroodcamera’s, door onder andere Kiwa Gastec. Vervolgens is ook de invloed getest van mogelijke oplossingen voor het voorkomen van rendementsverliezen door lucht en water.
Microbellen
Lucht kan in de vorm van microbellen, opgelost in het water en in een vrije vorm aanwezig zijn in installaties. Dit vermindert zowel de doorstroming als de warmte-afgifte. Uit onderzoek aan de Brunel Universiteit in Londen blijkt dat luchtbellen bij de uitgang van warmtepompen zeer klein zijn (circa 0.1 mm) en alleen met een goede microbellenafscheider af te vangen. Ophoping van vuil wordt veroorzaakt door corrosie van leidingen en installatiecomponenten, bacteriegroei of kalkaanslag.
Lucht en vuil hebben beide een reducerende invloed op zowel de efficiency als de levensduur van warmtepompen en -wisselaars, waardoor ze de ‘Total Cost of Owner-ship’ verhogen.
SpiroVent RV2 en SpiroTrap MB3
Rendementsverliezen in warmtepompen zijn eenvoudig te voorkomen door lucht en vuil uit de installatie te verwijderen met een automatische ontluchter en vuilafscheider, of een combinatie van beide. De SpiroVent RV2 en SpiroTrap MB3 bewijzen dat in een groot aantal projecten.
Sommige vormen van vervuiling zijn tegen te gaan met additieven. Dit zijn toevoegingen die de systeemwaterkwaliteit en daarmee het installatierendement op peil houden, waarover wij u graag vrijblijvend adviseren. Behalve het voorkomen van rendementsverliezen, verlagen genoemde oplossingen tevens het risico op installatiestoringen.
Dit artikel is gesponsord door Spirotech